Hoofd Krachtig; schedel zowel in zij-als in vooraanzicht gezien zeer licht gewelfd; zeer duidelijk, doch niet te sterke stop, weinig ontwikkelde voorhoofdgroef; krachtige, middellange, rechte snuit. Neusspiegel Zwart. Lippen Weinig ontwikkeld en aansluitend, zwart. Gebit Volledig, krachtig schaargebit. Ogen Donkerbruin, amandelvormig, met goed aansluitende oogleden. Oren Driehoekig, licht afgerond, hoog aangezet, middel groot, in rust vlak aanliggend. Hals Krachtig, gespierd, middellang. Lichaam Krachtig, compact. Borst Tot aan elleboog reikend, breed, met duidelijke voorborst; borstkas van breed-ovale doorsnee. Rug Vast en recht. Lendenpartij Breed en krachtig. Kruis Vloeiend afgerond. Buik Niet opgetrokken. Staart Dichtbehaard, minstens tot het spronggewricht reikend, in rust hangend, in de beweging zwevend op rughoogte gedragen, of licht daarboven.